Kinderen die in een adoptie of pleeggezin groot worden hebben ieder voor zich een bijzonder levensverhaal. Zij zijn de kinderen die niet opgroeien bij hun biologisch ouders, die dikwijls meerdere intense verliezen, trauma, soms mishandeling, vaak angst, verdriet en stress meegemaakt hebben. Meer en vaker dan zou moeten mogen. Soms zijn dit de kinderen voor wie de wereld te moeilijk is juist omdat er in het begin, toen het erop aankwam, er geen volwassene was die voor hen kon zorgen. Zij komen soms in conflict met de buitenwereld: met het gezag, met school, met hun adoptie of pleegouders, met zichzelf, met emoties.
Voor kinderen bij wie de start buitengewoon moeilijk was, is er een risico op allerlei problemen en daarmee een risico om het niet te redden in de wereld. Vaak spreken we van problematische gehechtheid en zien we het trauma wel maar labelen de problemen in termen als ADHD, ASS, ODD en OCD. Hoe ongelooflijk moeilijk het is om voor hen een passende behandeling te vinden. Soms geeft de hulpverlening op. Geven ouders op. Dan is er geen gezin meer, maar alleen nog maar een leefgroep, een kindertehuis. Dat moeten we niet willen. Dit zijn de kinderen die het risico lopen om het predikaat te krijgen dat zij niet in een gezin passen… maar is dat wel zo? Passen zij niet in een gezin of durven wij – hulpverleners en ouders – de intensiteit van hun emoties niet aan?
Dit zijn de kinderen waarvoor HET protocol niet werkt, die niet blijvend reageren op al onze prachtig beschreven evidence based behandelingen. Dit zijn kinderen die van ouders en hulpverleners voortdurend flexibiliteit vragen, maar daaronder vooral op zoek zijn naar echte verbinding. Een echte bestendige intermenselijke relatie. Dit zijn de kinderen die allereerst behoefte hebben aan ‘comfort and joy’ aan troost en plezier.
Comfort en Joy zo stelden Dan Hughes en Jonathan Baylin tijdens een lezing in 2014 zijn nodig om ervoor te zorgen dat het kind kan herstellen van het relationele trauma dat hem of haar in het begin van het leven, voor de pleegzorg of adoptieplaatsing, is overkomen. Door het kind te helpen de pijn te voelen, helpen we het kind om het trauma te integreren, zijn eigen verhaal te (her)schrijven met een nieuwe betekenis. Samen en in verbinding met een gehechtheidsfiguur, kan het kind ervaren hoe troost voelt en hoe goed het is om blij te zijn, om plezier te hebben.
Dat is nogal wat. Deze kinderen hebben geleerd zichzelf te beschermen en wel zo dat je om te overleven jezelf het plezier van intermenselijke verbindingen ontzegt….als dat de basis van je leven is….
Pleeg of adoptieouders die – op een later punt in het leven van een kind binnenstappen – voor dit kind gaan zorgen, willen het juist overladen met comfort en joy. Beiden zijn immers zo gemist. Het kind geven wat het gemist heeft. Maar wat als het kind dit niet zomaar kan ontvangen? Hoewel het kind hier intens naar verlangt, kan het dit niet aan: wat mooi is, wat te mooi is moet meteen weer kapot…..
Hoe het verhaal verder gaat, kennen we allemaal: afweer, wisselende stemmingen, boosheid. Allemaal direct te herleiden op supersnelle processen in ons brein. Natuurlijk doet dit ook wat met de nieuwe ouders.. als een kind niet kan vertrouwen, kan de ouder geen relatie bouwen en onstaat er als reactie op ‘blocked trust’ van het kind bij de ouder ‘blocked care’ oftewel geblokkeerde zorg. Mooie boel is dat: welwillende en capabele ouders, een kind dat het zo nodig heeft maar allebei ‘op slot’. Wat nu?
Laat ik eerst zeggen wat er NIET moet – juist kinderen die nooit de ervaring gehad hebben dat ze geliefd kunnen worden om wie ze zijn, dat mensen plezier hebben in het gewoon bij hen zijn, juist deze kinderen reageren NIET op straf, beloning of op gedragsregulatie. Deze kinderen – en hun ouders – hebben een nieuwe ervaring nodig om als tegengif te fungeren tegen alles wat er gebeurd is. Reparatie binnen de relatie geldt als basis voor nieuwe ervaringen – straf (en zeker vergelding) moet vermeden worden.
‘It takes an experience to antidote an experience’ zegt Lana Epstein dan. Immers in een ervaring worden nieuwe verbindingen gelegd in het brein, in een ervaring en het delen van moeilijke emoties, zoals verdriet en emotionele pijn, ligt de – soms zware weg naar het (leren) beleven van vreugde.
Hoe kom je dan bij zo’n ervaring? Een in VS, Canada en UK beproefde -maar voor Nederland nog redelijk nieuwe – weg is Dyadic Developmental Psychotherapy (www.ddpnetwork.org). Dit is een attachment based ouder-kind therapie, beschreven door Dan Hughes, waarbij ouder en kind samen, onder (bega)leiding van de therapeut betekenis zoeken naar hetgeen een kind is overkomen. Het zoeken naar het verhaal van het kind, de ervaringen en overtuigingen die het kind heeft meegekregen over zichzelf en deze delen in de intersubjectiviteit van de therapy, in volledige afstemming van affect, aandacht en intentie en het kind helpen woorden te geven aan wat er gebeurt zijn helend. Emoties spelen daarbij ook een rol: het verdriet dat onder de boosheid of angst ligt mag er zijn want samen met ouders en therapeut is het te dragen. Als het verdriet er geweest is, komt er ruimte voor plezier en vrolijkheid. Dan legt het brein verbindingen en laat oude verbindingen verbreken. Bring in the family en geef haar gereedschap voor comfort en joy!
© Anneke Vinke 11.11.2014 (nav de DDP Studiedagen in Manchester)